week 10
Workshopweek: Reframing Business as usual
Samen met Sandra Jørgensen (4e-jaars grafisch ontwerp) bedacht ik een nieuwe invulling voor de pauze. Iedereen weet dat het goed is om pauze te houden. Maar ondertussen sla ik zelf de pauze vaak over. En ik ben niet de enige. Door studenten te interviewen, ontdekten we dat er weinig 'behoefte' is aan pauze. Studenten werken liever door tijdens het eten. Met Hersenvoer stelden we een alternatief voor: een nuttige pauze, een lunch die ook een ontmoeting met mensen uit het werkveld is.
Leerpunten:
Niet meteen kritisch denken. Dat is relevant voor de laatste fase(s), maar in het begin van het proces kan dat heel remmend werken.
Daarbij is het ook heel belangrijk om de ideeën visueel te maken. Niet alleen de ideeën die nuttig lijken, ook de ideeën die helemaal niet realistisch zijn. Hierdoor kun je binnen een samenwerking elkaar inspireren.
Het was een project van een week, waarbij er geen tijd was om na te denken over grafische details. Het was van belang om snel keuzes te maken. Als Sandra probeerde om meer vaart te maken, ging ik zelf ook meer op de planning letten. Realistisch plannen is nog wel een aandachtspunt voor mij.
week 12
Interviewen
Vorige week zijn Paula en ik Breda in gegaan om mensen te interviewen. We waren benieuwd welke waarde zij hechten aan Breda. Achteraf gezien hadden we beter eerst kunnen testen tot welke antwoorden onze vragen zouden leiden. Door bijvoorbeeld eerst de vragen aan onze klasgenoten te stellen.
De interviews hebben bruikbare informatie opgeleverd, maar ik denk dat we toch nog betere vragen hadden kunnen gebruiken.
week 14
Vervolgafspraken n.a.v. voortgangsgesprek
Referentiekader uitbreiden
doel: te weten komen wat grafisch ontwerp voor mij is
Onderzoeken naar manieren om sneller beeld te maken (methodes)
doel: meer tempo en structuur in het proces
Meer eigen initiatief nemen
doel: zelf keuzes leren en durven maken
week 19
About
Ik heb vorig jaar ontdekt dat ik schrijvend goed kan denken. Het kan een manier zijn om mijn positionering helderder te krijgen. Ik vind het moeilijk om woorden om te zetten in daden, maar kijk, deze keer is het best goed gelukt. Zie hier 4 verschillende versies van mezelf.
1
2
3
4
5
5b
Versie 1 - Workshop presenteren
Ik ben Lisanne Reedijk, en ik studeer grafisch ontwerp (en ruimtelijk). Dat klopt ook wel met wat ik wil worden: een grafisch ontwerper. Ik sta open voor verschillende richtingen binnen het vakgebied. Ik werk graag met typografie, fotografie, met verhalen, maar ook met het ordenen van wat meer feitelijke informatie. Een sterk punt van mij is dat ik analytisch kan denken. Een aandachtspunt is dat ik wat meer actie kan ondernemen in het maakproces. Ik vind het belangrijk om een sterk verhaal te hebben bij mijn ontwerpen (en op zo’n moment kan ik echt genieten van het maakproces). Ik ben geïnteresseerd in maatschappelijke onderwerpen. Ik denk graag na over de vorm van het verhaal dat ik wil vertellen; over de manier waarop mensen informatie krijgen.
Kernzin: Als grafisch ontwerper wil ik mensen aan het denken zetten door middel van een verhaal; daarnaast ben ik op zoek naar goede vormen om feitelijke informatie over te brengen naar een publiek.
Tips van Marieke Snijders: zorg dat je goed weet wat je wilt vertellen, eigenlijk moet je altijd een kernzin over jezelf kunnen vertellen - gebruik een voorbeeld als je over jezelf als ontwerper vertelt - wees zelfbewust en bewust van je omgeving. - bedenk dat je presentatie goed is voor het moment, anders is het nooit goed.
Versie 2
Mijn naam is Lisanne Reedijk, en ik studeer grafisch ontwerp. Ik wordt enthousiast van fotografie, film, illustratie en typografie, daar werk ik graag mee. Tijdens het ontwerpproces werk ik graag handmatig door te schrijven en te tekenen. Ik houd van afwisseling. Ik ben bescheiden, wat ook aan mijn kleurgebruik te zien is. ben Ik Ik vertel graag een verhaal met mijn werk, ik wil mensen door mijn ontwerpen meenemen. Ik steek veel energie in mijn ontwerpen.
Ontwerpen is niet het enige dat ik graag doe. Laat mijn maar cupcakes bakken en steeds weer een nieuwe variatie bedenken. Of trampoline springen. Als ik afwezig ben, kan het zijn dat ik een boek aan te lezen ben. Een mooi boek, zowel grafisch als literair vind ik de 'atlas van de afgelegen eilanden'.
Mijn werk gaat vaak over routes. Reis je mee met: de vluchteling, door het Markdal? Hoe navigeer jij door de Bijbel?
Welke route neem jij?
navigeren - om je heen kijken - meereizen
Als ik reis tijdens vakanties, leg ik die vast via een filmpje of een fotoboek.
Versie 3
Versie 4
Wat leuk dat je mijn website bezoekt! Ik ben Lisanne, een derdejaars grafisch ontwerpstudent, van de AKV | St. Joost in Breda. In die drie jaar heb ik ontdekt hoe veelzijdig ontwerpen is, en daar ben ik alleen maar blij mee... Ik fotografeer, film en analyseer graag. Experimenteren met typografie is ook ‘mijn ding’.
Was je nieuwsgierig naar wat ik bedoel met ‘Ik kies voor de omweg?’ Het creatieve proces is net een weg waarvan je het einde niet kunt zien. Het kan nog alle kanten op. Bij gebrek aan richtingsgevoel neem ik weleens een verkeerde afslag, maar het voordeel daarvan is dat ik dan meer van de omgeving zie.
En over wegen gesproken, mijn werk gaat vaak over een route, letterlijk en figuurlijk. Ik wil verhalen vertellen. Bij ‘in-site-out’ gaat over het verhaal van de omgeving. ‘De Paralleleditie’ vertelt een verhaal op twee manieren, met twee vertalingen. Met ‘Station Vaderland’ vergelijk je jouw reis met die van een vluchteling.
Versie 5 - Interview met mezelf
Welk deel van het creatieve proces vind ik het leukst?
Vanaf het moment dat er een concept is waarvan ik weet dat daar potentie in zit en ik kan gaan experimenteren, redenen kan bedenken waarom het goed is wat ik aan het doen ben, en kan gaan denken over de vorm. Daarbij helpt het dat ik zelf tot het concept ben gekomen.
Waar kun je me ‘s nachts voor wakker bellen? Meloensalade. Grafisch gerelateerd: geen idee.
Waar krijg ik de meeste energie van? Een experiment met typografie of fotografie. Allerlei gegevens of delen van een proces verzamelen en samenhang vinden.
Wat is een leuke stage? Een studio die experimenteert met (verschillende) grafische technieken.
Versie 5b - Wat vind ik leuk?
week 21
Testen
Als ik terugkijk op het tweede jaar merk ik dat ik geen enkele aandacht heb besteed aan het testen van mijn ontwerpen. Oké, feedback vragen van docenten en klasgenoten valt ook wel onder testen, maar meer dan dat was het niet. Daarom wilde ik me er in dit semester echt mee bezig houden. Gelukkig waren er al testmomenten ingepland zoals de portfoliodag. Toen ik bijna klaar was met mijn portfoliowebsite heb ik ook nog aan anderen gevraagd wat ze ervan vonden.
Binnen het project hebben we een aantal keer de werking van het spel getest. Ook op technisch vlak was het belangrijk om proefjes te maken om verrassingen te voorkomen. We hadden veel om uit te snijden omdat we ronde vormen hebben gebruikt. Dat betekende veel handwerk, wel handig om te checken of dat niet ten koste gaat van de nauwkeurigheid.
Als gevolg van het testen ben ik zekerder van de keuzes die we hebben gemaakt.
Rol binnen de samenwerking
Toen ik begon samen te werken met Saúl en Faddia heb ik de Belbintest gedaan. Daaruit bleek dat ik het hoogst scoorde voor de 'monitor'. In eerste instantie dacht ik dat het niet klopte. Soms gaf ik mijn mening op grond van mijn gevoel, en niet met argumenten. Ik identificeer met niet zo met de aannemer uit 'DROMEN DENKEN DOEN'. Maar toch: ik ben wel kritisch en analytisch. Het leek me bijvoorbeeld leuk om bij het uitnodigen van mensen voor het spelen van het spel alvast een rol te geven. Maar ik dacht: wat als maar de helft op komt dagen? Dan mis je een aantal karakters in het spel. Het is dan voor mij nodig om nog een stap te zetten: hoe kan ik het idee zo veranderen dat het wel werkt?
Ik vond het belangrijk om zo snel mogelijk beeldend aan de slag te gaan, om met versies te werken. Ik heb veel bijgedragen aan het visueel maken van concepten. Verder heb ik een deel van het schrijven op me genomen: de handleiding, de uitnodiging voor de deelnemers van het spel en een deel van de tekst die wordt gebruikt bij de expositie. Ik zoek niet alleen graag naar beelden maar ook naar de juiste woorden.
Afhankelijkheid
Een reden om voor Exploration te kiezen was om minder onafhankelijk te ontwerpen, maar anderen erbij te betrekken. Ik ben geneigd om alles zelf op te willen lossen: 'wat ik niet zelf kan, gaat ook niet gebeuren'. Mijn projectgenoten hebben me geleerd hoe je hulp kunt vragen aan anderen. Ze lieten zien dat je daar helemaal niet moeilijk over hoeft te doen. Ik had een website gevonden die buttons maakt, maar het was niet duidelijk of we 7 verschillende buttons konden bestellen. Paula heeft gewoon gebeld om meer duidelijkheid te krijgen. Ik wou dat ik kon zeggen dat ik zelf ook nog zoiets 'heldhaftigs' heb gedaan, maar dat wordt de volgende stap.
Eigen oordeel
Ik heb geleerd om meer uit te komen voor mijn eigen ideeën. Binnen de minor sprak ik mijn mening minder snel uit om discussies te voorkomen. Ik hechtte ook niet zo veel waarde aan mijn eigen oordeel. Nu stond ik wat steviger in mijn schoenen. Faddia komt best sterk uit voor haar mening en ik was het regelmatig niet met haar eens. Volgens Faddia mag ik nog wat meer op mijn strepen staan, maar het is wel belangrijk dat ik met goede argumenten kom.
Planning
Een aandachtspunt is vooruitkijken. Wat zou de uitkomst kunnen zijn van het project? Wat wil ik bereiken? Daar heb ik echt te weinig/te laat over nagedacht. Ik denk dat vooruitkijken en plannen helpt om sneller beeld te maken.
week 22
Mondelinge presentatie Electron
Mijn projectgenoten vonden het prima als ik het project zou presenteren aan de gemeente. Ik wil mezelf graag daarin ontwikkelen. De andere groepjes waren een voorbeeld, bijvoorbeeld Juul en Lisa, die hun project vaak met veel enthousiasme presenteren.
Voor mij is het nog een zoektocht wat de beste manier is. Helemaal niet voorbereiden en gewoon improviseren? Een spiekbriefje? De eerste manier kan werken. Ik denk dan alleen na over wat ik wil vertellen. Maar dan is er de kans dat er te weinig structuur in het verhaal zit. Als ik een briefje gebruik, ben ik bang dat ik dingen vergeet en loop ik het risico teveel naar de tekst te kijken. Maar dit is onvermijdelijk als er veel verschillende lijnen in het verhaal zitten.
Een presentatie schrijven is geen enkel probleem. Ik zou het uit mijn hoofd kunnen leren, maar dan ben ik gebonden aan de specifieke formuleringen die ik heb gebruikt bij het schrijven. Uiteindelijk heb ik m’n verhaaltje een paar keer doorgelezen en de opbouw ervan gebruikt voor de uiteindelijke presentatie. En dat werkt goed!
Ik heb ook geleerd dat het voor mij helpt om wat actie in de presentatie te gooien. Voorbeelden noemen, mensen aanspreken, naar het werk wijzen, letten op intonatie. Dat houdt het publiek, maar ook mij bij de les. Ik heb ons spel al een paar keer uitgelegd aan anderen, dat helpt ook om de juiste woorden te vinden. Ik had alleen het belangrijkste uitgelegd, na mijn pitch werden er vanuit het publiek vragen gesteld. Paula, Faddia en Saúl vulden mijn verhaal aan.
Dit was de uitgeschreven presentatie:
Met het voorbereiden van de presentatie probeerden we vanuit jullie te denken. Wij hebben een semester aan dit project gewerkt, maar wat willen jullie als gemeente te weten komen van alles wat we zouden kunnen vertellen? Wat is jullie perspectief? Jullie hebben andere belangen bij het project dan bijvoorbeeld onze docenten.
Zo zijn er ook verschillende belangen aan het Corbiongebied gekoppeld. Een stedenbouwkundige heeft een hele andere zienswijze dan een gemiddelde inwoner van Breda of wij als studenten.
Om inzicht te krijgen in al die invalshoeken en meningen zouden jullie natuurlijk met allerlei mensen aan tafel kunnen gaan. Wij hebben iets anders bedacht: jullie gaan nadenken als bestuur van Breda, samen met andere betrokkenen, over een invulling van het gebied, maar niet vanuit je eigen rol. Je laat je eigen wensen even los, en gaat vanuit bijvoorbeeld een aannemer denken, of een activist.
Wij hebben dit idee in een spelvorm gegoten. Het spel, dat we DROMEN DENKEN DOEN hebben genoemd is een rollenspel. Er zijn zes karakters actief in het spel: de bewoner, het kind, de uitvinder, de burgemeester, de aannemer en de activist. Samen ontwikkelen zij een idee voor de bestemming van het Corbiongebied. Maar niet zonder discussie!
In dit geval gaat het specifiek om het Corbiongebied, maar het zou ook toepasbaar kunnen zijn op andere braakliggende terreinen, of zelfs op andere vraagstukken. Als het maar als doel heeft om belanghebbenden samen te brengen en te leren denken vanuit een ander.